Denken aan vroeger

In progressie (zie kleine letters of doorstreept voor wat was)

Denken aan vroeger, denken aan haar.
Het gedachtengoed van vroeger dringt zich almaar op.
Alles wat ik nog weet, of meen te weten.
Trillingen en spinsels uit geestrijk verleden.
Een trilling hier, een spinsel daar: alles uit geestrijk verleden.
Alle warmte van anderen die ik heb genoten.
En die ik had willen genieten, de liefde die niet was;
Misschien wel was, maar niet geuit, want niet wetende ...

(Zou zij ook -zo- aan mij hebben gedacht?
Waarom woelde ze zich in mijn bed?
Waarom vree ze met mijn broer?
Waarom was ze niet blij voor mij?
Waarom is ze depressief geweest?
Kan verliefd, zo groots in monoloog?)

Het antwoord (een antwoord):
een echo die niet meer te achterhalen is.

Poëzie

| home | Boekenkast | kijkdoos | reageer |