Poëzie van de fiets

een dag met tropische regen, zwoelte en koelte,
een dag in mei in den briel:
het vult me, ik kan er niet omheen
ongelukkig met mijn hoofd in wolkjes
hoe mijn fiets aan de hare vast zat. kriebels.
ik heb al de ware.
vanwaar is dit boven gekomen
wat moet ik ermee
kwelgeest, kwelkriebel, kwelamor
mijn aard is er niet van adonis, niet van paris, niet van ijs
ik wil het wel, maar ik wil het niet
en zing dit lied in stilte
net als eens, toen elke liefde een kwelling was
toen ik zelf niet open was
nu ik zelf niet open kan zijn
niet wil
wel wil, maar niet wens te willen.

Poëzie

| home | Boekenkast | kijkdoos | reageer |