ik praat wat wild in de wind en
ontwaar niets van belang
dat zich te luister legt
overal schuilen schetsen schertzend:
boodschappen en geheimen, om zichtbaar
te maken met een leugen of wat water,
anders wel vergrootglas of religie.
nergens zal ik rusten, ik jaag maar na
terwijl het antwoord niet gevonden wil
worden, of niet (moet). De leegte zou
me genoeg moeten vertellen en
bedaard kunnen stemmen. Maar
was ik niet kleurenblind?