(zelfbeklag)
Klote
nacht gehad, maar dat is bon ton de laatste nachten, ..weken!! Kan me
slecht concentreren op de stof van mijn proefschrift semiotiek. Het is heus
interessant, maar op een of andere manier is het ontspannender en
noodzakelijker om uit het raam te kijken, te knippen, te staren : dat
soort bezigheden. In het eerste jaar hier zat ik op een gegeven moment ook
klem, maar anders: het riep veel agressie op. Daar ben ik uit
gebroken door jou op te zeggen en korte metten te maken met Een Vriendin van Weleer. Ik heb
er van geleerd: zo wil ik het niet meer doen, het helpt ook niets. Soms
echter lijkt het aanlokkelijk. Ik ben niet -meer- zo. Nu ben ik 'vrij':
hoef niet echt rekening te houden met een Geliefde of een Minnares, waar ik op moet letten.
Het heden is echter ook vermoeiend. Ik zit moeilijk te lullen met deze en gene door
het verschijnen van De Voorbode Van De Verlossing, maar ondertussen is die Voorbode Van De Verlossing ook mijn zegen. De
complexiteit van het leven -met anderen- is beter te dragen. Vanwege alle turbulentie die er is, wacht
ik voorlopig met het beantwoorden van de brief van de aangekondigde Vriendin van Weleer. Niet vanalles tegelijk.
In de nacht, na de whiskey en de wiet is weer genoeg om te typen. Ik
beschouwde jou als mijn minnares. Jij kreeg me zover als ik nu ben. In dat opzicht denk ik wel eens: voel jij je misschien gebruikt?! Ik ben daar
bang voor. Ik weet
zeker dat er mensen zijn die er zo tegenaan kijken, ookal weet ik voor
mezelf dat het niet waar is. Ik wil niet dat ze in jou een slachtoffer
zien: je bent sterk en goed en lief.
(Wat vind ik zelf? Ik pleit me vrij voor daden en denkbeelden, die natuurlijkerwijze door mij zijn opgeroepen. Als ik helder was geweest die maanden, had ik het nooit zo ver laten komen. Was het nooit zo moeilijk, pijnlijk, ..genant geweest) Wat is er voor jou onherstelbaar geschaad? Wat heelt er nooit meer? Voor
mij is er ook geschaad, maar nooit voor altijd. Je hebt veel krediet, maar
dat je me afschreef in die nacht heeft me onzeker gemaakt. Ik ben
waarlijk verliefd op een ander en dat heeft direkt mijn 'monogamie' naar voren
geschoven. Het leek mij wel zo eerlijk jou dat meteen te melden. Ik was
ook bang voor een confrontatie in bed die ik zou verzwijgen -geen neen
durven zegggen.
Je moet niet denken dat ik jouw lichaam voor een
ander heb ingeruild. Het leek me op de manier die ik gekozen heb eerlijker
en oprechter. Had ik het beter kunnen uitvechten in bed?
(Ik had beter helemaal niet kunnen vechten. Als ik me bij mijn leest had gehouden, dan .... was er niets en niemand verloren. Was het niet zo dat ik gewoon wederom alles wilde? Ook haar en eigenlijk met huid en al, zodat het duidelijk zou zijn dat ik had geleid of verleid! Ja, het zwaard hanteren en na verwondingen roepen dat je geen schermer ben maar een schalm.)
Vandaag is zwaarder dan ooit en ik moet nu steeds aan je denken. Je stem
kneep mijn keel dicht en ik wilde wel naar je toe rennen, maar mijn benen
zwenken en lieten me eerder deze dag al in de steek. Ik wil op veel
reageren en weet niet goed hoe en met welke houding ik nog naar je toe kan
komen.
Vanmiddag moest ik janken om wat er niet meer is en vervloekte ik je even
om alles wat je voor me voelt. Daarna redelijker, huilde ik op de fiets om
ons. Gezien ik op mijn kamer nergens, maar dan ook werkelijk nergens toe
kwam, behalve dan me zorgen maken om mijn financiele situatie,
lichaamsgewicht en promotie-houding. Daarna kreeg ik de drang om naar De Heilige Eik te fietsen. (Pure boetedoening) Doodop kwam ik terug, zozeer dat ik me nu
zorgen over maak. En daarnet
ontdekte ik de terugkeer van de charmante eczeem op mijn ogen. (Met blindheid geslagen, uit puur zelfbeklag, eh belang) Zeer
psychisch. Zorgenkwaal, rust-tekort-uitslag, stress-exces,...
Op dagen als vandaag acht ik mij rijp voor het gesticht om er nooit meer
vandaan te komen. Of zijn als een paard in de wei, of een
ongeschoolde arbeider die daar niet onder lijdt. Of werken: werk aan het proefschrift, handen uit de mouwen terwijl het nog verdient ook en mijn bovenkamer op
slot moet.
Ik twijfel me een ongeluk en weet echt niet meer wat ik nou kan. Vorige week ging het zoo goed met me en werd ik sochtends vanzelf wakker.
(Het vluchtgedrag lijdt nergens toe. Wat je doet is wat je ontmoet. Dus rammel maar aan de deur, ik heb nog heel wat nachtmerries tegoed.)
|